Plop & de Peppers

Pip wil zichzelf een keertje verwennen door lekker te koken maar Pol, Pepijn en Plop komen haar steeds storen waardoor alles steeds mis loopt. Pip geeft het koken dan maar op. Maar haar drie vrienden kunnen dit niet zomaar laten gebeuren.

Pol en Pepijn zijn zo extreem lui dat ze allerhande plannetjes bedenken om zo min mogelijk te moeten doen. Maar dit loopt natuurlijk snel fout. Gelukkig zijn kabouter Plop en Pip er om hen uit de nood te helpen.

Pip is heel verdrietig wanneer blijkt dat haar lievelingsknuffel verdwenen is en ze vreest dat Pol hem heeft weggegooid. Kabouter Plop en Pepijn doen hun best om haar te troosten. Gelukkig komt Pol met goed nieuws.

Plop en De Peppers hebben een nieuw liedje en zullen het spelen op hun volgende optreden. Maar Pol is bang dat hij het nummer nog niet zo goed kent. Pepijn heeft natuurlijk een middeltje om Pol te helpen maar dat loopt niet zo goed af.

Pepijn denkt een meester te zijn in hypnose. Zijn vrienden willen hem steunen in zijn hobby en spelen het spelletje mee. Ze doen alsof ze onder hypnose zijn. Maar Pepijn begint het ietsje te bont te maken en dan is het tijd voor een lesje.

Pepijn zegt iedereen na. Pip, Pol en Plop lachen het weg maar al snel werkt het hen op de zenuwen. Ze beslissen dan ook om Pepijn een koekje van eigen deeg te geven en al snel is het Pepijn zelf die gek wordt van het nazeggen.

Pol en Pepijn spelen verstoppertje. Pol verstopt zich in het huisje van Pip op een wel zeer bijzondere plek. Hij kruipt namelijk in een groot blik. Wanneer die arme mol er terug uit wil, blijkt hij klem te zitten.

Plop wil zijn vrienden verrassen met een cadeautje. Voor elk van hen heeft hij iets heel bijzonders gemaakt. Maar Pol, Pip en Pepijn kijken toch maar vreemd op wanneer ze hun cadeautje openen. Gelukkig weet Plop wat er is misgegaan.

Plop en Pepijn maken ruzie en Pip vindt dit niet leuk. Met een listig plannetje maakt ze de twee ruziemakers aan elkaar vast waardoor ze hun ruzie wel snel moeten bijleggen. Maar zal het lukken? Pol en Pip hopen alleszins van wel.

Pepijn denkt grappig te zijn door Pol, Pip en Plop voor de gek te houden. Steeds roept hij dat er een gevaarlijke hond voor de boom staat. De drie zijn het beu en geloven niets meer van wat hij zegt. Pepijn heeft snel spijt van zijn grapje.