Kabouter Plop

Alle kabouters willen de wip van Klus uitproberen, maar eerst komen hij en Kwebbel aan de beurt. Daarna mag Plop in de plaats van Kwebbel, maar Klus wil niet ruilen met Lui. Die zal toch in slaap vallen.

Plop kan geen hout hakken want zijn bijltje is stuk. Alle kabouters willen op het bankje van Klus gaan zitten, waardoor er binnen de kortste keren brokken gemaakt worden. Plop vindt dat niet erg, want nu heeft hij hout voor zijn kacheltje.

Klus en Kwebbel spelen "Kabouter erger je niet". Ze kunnen niet tegen hun verlies en Plop moet tussenbeide komen. Opeens ziet hij Lui staan met een trommel op de buik. De postbode heeft het muziekinstrument zelf ontworpen en geeft een demonstratie.

Klus heeft een bootje gemaakt, waarmee hij wil gaan varen op de grote wilde zee. Kwebbel is vol bewondering en ook Lui vindt de boot geweldig. Hij probeert het vaartuig uit, maar valt zoals altijd in slaap.

De kabouters moeten dringend vermageren en besluiten aan hoogspringen te doen. Lui wordt aangesteld als scheidsrechter. Plop wint de wedstrijd. Als hij even naar de keuken gaat, legt Klus de lat ontzettend hoog. Hij gaat op de matras liggen en roept dat hij gewonnen heeft.

Kwebbel en Lui zijn heel bang als ze de melkherberg binnenkomen. Ze vertellen dat ze in het bos een spook gezien hebben. Plop vertelt hen dat spoken niet bestaan, maar plots staat er eentje achter hem.

Plop is zijn melkherberg aan het poetsen wanneer hij uitglijdt op het nieuwe balletje van Lui. Kwebbel en Klus komen binnen en even later maakt Lui hevig snikkend zijn opwachting. Zijn vrienden hebben het raden naar de reden van zijn grote verdriet.

Kwebbel en Klus hebben ruzie over een kist, die de ene gevonden en de andere opgegraven heeft. Plop vindt dat ze de inhoud eerlijk moeten verdelen. Maar wat ze ook proberen, de kist is niet open te krijgen.

Het kruiwagentje van Plop is volgestouwd met boomstammen. Klus wil met het hout een toren vormen. Kwebbel vindt dit een schitterend idee en begint ook blokken te stapelen. Het startschot van de wedstrijd "torens bouwen" is gegeven.

Plop heeft een kaartenhuis gebouwd. Lui vindt het een leuk huisje en wil het aanraken. Dat mag natuurlijk niet. De postbode mag wel op het huisje passen terwijl Plop hout gaat sprokkelen. Maar Plop heeft amper de deur van de melkherberg achter zich dichtgetrokken als Lui al in dromenland is.

De kabouters hebben in de melkherberg afgesproken voor een kaartspelletje. Als Plop en Klus terugkomen uit het bos, kunnen ze Lui nergens vinden. Uren later is de postbode nog niet terecht. De kabouters organiseren een zoekactie.

De kabouters zitten samen in de melkherberg. Opeens begint het te donderen en te bliksemen. Kwebbel vindt dit gezellig, maar Lui is bang. Klus moet hier hard om lachen en hij beweert dat hij nooit bang is.

Plop is een spannend boek aan het lezen, maar hij wordt gestoord door Kwebbel. Zoals altijd tatert ze er op los. Plop belooft haar vijf koeken als ze gedurende een uur zwijgt. Kwebbel aanvaardt de uitdaging.

De melkherberg moet dringend gepoetst worden, maar Plop heeft de handen vol met andere karweien. Kwebbel wil haar vriendje helpen en belooft hem de herberg open te houden terwijl hij hout gaat sprokkelen. Maar Klus en Lui komen op bezoek en samen spelen ze blindemannetje. Ze maken ontzettend veel rommel. Wat nu?

Kabouter Plop heeft van tante Plap een flesje likeur gekregen. Plop en Kwebbel proeven meteen van het drankje, maar ze vinden het niet lekker. Klus wel en hij drinkt het flesje leeg. Daarna voelt hij zich vreemd.

Kwebbel haalt voor kabouter Plop een zak bloem omdat hij vandaag heel veel Plopkoeken moet bakken. Naast de melkherberg bouwt Klus ondertussen een muurtje. De zakken bloem en cement zien er hetzelfde uit. Hopelijk zorgt dat niet voor verwarring.

Terwijl de kabouters binnen kaarten, ontstaat buiten een dikke mistlaag. Lui houdt niet van dit weer omdat je niets ziet en in het bos kan verdwalen. Klus vindt dit stom. Hij zal bewijzen dat hij met zijn ogen dicht de weg naar zijn paddestoel vindt.

Het is vroeg in de ochtend als Lui de melkherberg binnenkomt. Hij heeft een groot probleem want hij kan niet slapen. Zijn vrienden hebben verschillende middeltjes om de slaap te vatten: Plop warmt melk op, Klus zingt een liedje en Kwebbel vertelt een mooi verhaal.

Vandaag bereidt kabouter Plop overheerlijke Ploppap. Als hij eventjes weg moet, geeft hij de lepel aan Lui en vraagt hem om drie scheppen suiker toe te voegen. Kwebbel moet Lui controleren. Maar als zij en even later ook Plop terugkeert, ligt Lui in dromenland. Heeft hij suiker in de pot gestrooid of niet?

Plop, Lui en Klus zitten gezellig samen in de melkherberg. Opeens komt Kwebbel binnen en vertelt dat ze in het bos een everzwijn heeft gezien. Klus vindt het stom dat Kwebbel bang is en hij begint op te scheppen. De andere kabouters kunnen het niet aanhoren en gaan naar huis. Als Klus even later de melkherberg wil verlaten, hoort hij geknor.

Plop en Lui nemen het tegen elkaar op tijdens de wedstrijd touwtrekken. Zoals altijd valt de postbode in slaap. Klus is wel wakker en beweert dat hij beresterk is. Hij pocht dat hij in zijn eentje zal winnen tegen Lui, Kwebbel en Plop samen.

Plop bakt een taart voor Kwebbel. Klus is dol op gebak en proeft om de haverklap van het deeg. Plop vindt dat niet leuk en besluit Klus een lesje te leren. Hij bakt een taart met mosterd, peper en zout.

Lui heeft zijn vinger verpletterd en gilt het uit van de pijn. Kwebbel en Plop dienen de eerste zorgen toe. Klus vraagt zich af of hij ook zo goed verzorgd zou worden als hij ziek was. Hij besluit de proef op de som te nemen.

Plop probeert het springtouw uit, dat hij van Lui heeft gekregen. De kabouter wordt gestoord door een boze Kwebbel. Zij beweert dat het springtouw haar eigendom is en verdenkt er Plop van in haar paddestoeltje te hebben ingebroken.

Klus is dol op de pap van Plop en hij kan niet aan de verleiding weerstaan om te proeven. Hij wacht wel tot Plop de keuken verlaat. Maar die keert sneller dan voorzien terug. Klus schrikt en zijn bril valt in de pap.

Plop heeft te veel kleren voor de wasdraad. Klus zal helpen door het ene eind van de wasdraad omhoog te houden. Al snel krijgt hij pijn in zijn arm en hij vraagt Kwebbel of ze hem eventjes wil aflossen.

Klus en Lui staan vandaag in voor de afwas. Zoals altijd valt de postbode in slaap. Klus vindt dat niet leuk en hij zet alle potten en pannen in de regen. Zo zal alles proper worden. Als hij na de regenbui de afwas wil halen, is de huisraad verdwenen.

Kwebbel wil zangeres worden en repeteert in de melkherberg. Een natuurtalent is ze niet. Ze zingt zelfs verschrikkelijk vals. Plop kan het niet aanhoren en zoekt een manier om Kwebbel te laten ophouden met zingen.

Klus maakt zich sterk dat hij over de paddestoel van Plop kan springen. Dat wil Lui wel zien. De postbode is bereid zijn brieventas aan Klus te geven, als die in het opzet slaagt. Het begin van een spannende maar misleidende weddenschap...

Plop is volop aan het schuren en het dweilen. Hij wordt boos als Kwebbel met schoenen vol modder binnenkomt. Hij wil dat vanaf nu iedereen z'n schoenen afveegt aan de dweil. Maar zullen alle kabouters dat wel doen?

Lui brengt Plop een brief. De kabouter is blij verrast, tot hij merkt dat de brief enkele dagen in de tas van de postbode is blijven zitten. Plop wordt boos en Klus doet er nog een schepje bovenop. Het resultaat is dat Lui wenend wegloopt en niet langer postbode wil zijn. Hij besluit brandweerkabouter te worden.

Het kabouterdorp wordt geteisterd door een storm. Als Kwebbel de deur van de melkherberg opent, vallen alle puzzelstukjes van de tafel. Er zit voor Plop niets anders op dan zijn puzzel opnieuw te maken, en opnieuw en opnieuw. Telkens hij het laatste deeltje gelegd heeft, krijgt hij bezoek.

Klus, Kwebbel en Lui proberen de schommel uit, die Plop in de melkherberg heeft opgehangen. Lui moet duwen, maar zoals altijd valt de postbode in slaap. Klus neemt het van hem over, maar hij duwt veel te hard. Plop en Kwebbel vinden dat niet leuk.

Het regent ontzettend hard. Lui wordt van het geluid slaperig en hij reist naar dromenland. Opeens wordt hij wakker. Er vallen regendruppels op zijn gezicht. Hij zet meteen tafels en stoelen opzij en probeert de druppels in een kopje op te vangen.

Klus beweert dat hij een wonderzaadje heeft. Als je het in de grond stopt, heb je binnen het uur een prachtige bloem. Lui vindt dat schitterend, maar voor hem duren zestig minuten ontzettend lang en hij valt in slaap. Als hij ontwaakt, heeft Klus de bloem in de hand.

De kabouters storten zich op het spelletje 'eendjes vissen'. Wie het juiste eendje vist, wordt beloond met taart. Lui maakt geen schijn van kans want zoals altijd is hij zeer moe. Kwebbel en Klus daarentegen hengelen gedurende uren.

Het sneeuwt in het kabouterdorp. Massa's witte vlokjes dwarrelen naar beneden, zoveel zelfs dat de deur van de melkherberg niet open te krijgen is. Er zit voor Kwebbel en Lui niets anders op dan in de melkherberg te blijven. Maar de voorraad koeken is op en het vuur van het kacheltje is bijna uit.

Plop, Kwebbel en Lui hebben het ontzettend druk met de voorbereidingen van het feest. Klus heeft niets om handen, maar toch helpt hij zijn vrienden niet. De kabouters vinden dat niet fijn en dekken de tafel voor drie.

Klus en Plop organiseren in het bos de wedstrijd zaklopen. Kwebbel mag er niet aan denken dat ze de weg naar haar paddenstoel zal verliezen en plaatst veiligheidshalve pijltjes. Maar Lui verwijdert de aanwijzingen.

De bel van de melkherberg doet het niet. Klus zou het probleem in geen tijd kunnen oplossen, maar hij heeft een ander idee. Lui moet bij de deur gaan zitten en telkens er iemand binnenkomt, zal Klus in de neus van de postbode knijpen.

Plop heeft een kopje laten vallen. Klus lijmt de scherven. Het eindresultaat mag er zijn. Hij wil meteen het herstelde bekertje aan Plop laten zien. Maar Klus struikelt en de lijm valt op de rug van Lui.

Klus is in een ondeugende bui en hij haalt een grap uit met een lolly. Hij bindt een koord aan het snoepje, legt het op tafel en gaat in de keuken zitten. Als Kwebbel de lolly wil nemen, trekt Klus aan het touwtje.

Kwebbel heeft in het bos een oude zaag gevonden. Ze heeft nog meer rommel gezien en samen met haar vrienden zal ze het woud schoonmaken. Lui vindt een oude matras. Hij kan niet aan de verleiding weerstaan om even te gaan liggen.

In het kabouterdorp heeft het al een hele tijd niet geregend. Kwebbel heeft zelfs geen water meer om haar klavertjevier te drinken te geven. Plop heeft de oplossing: de kabouters moeten de regendans doen.

Klus wil professor worden en bouwt een labo in de keuken van Plop. Klus en Lui zullen verschillende proeven doen en ze mengen vloeistoffen en poeders dat het een lieve lust is. Opeens stijgt er een rookwolk op.

Plop heeft heerlijke koeken gebakken. Klus wil de lekkernijen niet meteen opeten en stelt voor om een wedstrijd te houden. Alle kabouters moeten een blinddoek omdoen en de Plopkoeken worden aan een draadje gehangen. Als dat maar goed afloopt.

Kabouter Klus heeft de ganse nacht geen oog dichtgedaan en ziet er tegenop om vanavond te gaan slapen. Wat als het opnieuw niet wil lukken. Gelukkig heeft Plop een kruidendrankje waarvan hij lekkere slaapmelk kan bereiden.

Plop heeft een kast gekregen van Lui. Het meubel krijgt voorlopig een plaatsje op de zolder, want er is een feestje voor Kwebbel. Dit zet Klus aan het denken. Hoe kan hij ongemerkt aan de lekkere plopkoeken en plopmelk zitten?

Plop geeft een feestje in de melkherberg en trakeert zijn vrienden op taart. Klus wil het gebak meteen opsmullen, maar dat gaat niet. Eerst wordt er verstoppertje gespeeld. En dat brengt Klus op een idee.

Plop, Smul en Kwebbel willen in het bos bloembollen planten. Klus had beloofd een handje toe te steken, maar moest dringend weg. De kabouters laten het niet aan hun hart komen en planten met z'n drieën de bloembollen. Opeens horen ze een vreemd gegrom.

Klus heeft een groot rad geknutseld waarmee de kabouters een heerlijk stuk taart kunnen winnen of helemaal niets. Deelnemen aan het spel kost twee Plopkoeken. Bij elke draai aan het rad komt de wijzer op het "niets"-vakje terecht. Hoe zou dat komen ?

Plop heeft zijn bessenstruikje goed verzorgd, waardoor er maar liefst tien vruchten zijn. Opeens verdwijnen er twee bessen, even later weer twee en dan terug twee. Hoe kan dat nu? Detective Klus stelt een onderzoek in.

Klus, Smal en Smul genieten met volle teugen van de stralende zon. Na een tijdje krijgen Klus en Smul honger. Smal zal voor hen kabouterpap bereiden in de melkherberg. Plop schildert ondertussen de muren van zijn zoldertje.

Er is iets mis met de muts van Lui want één van de punten staat omhoog. Kwebbel stelt meteen de diagnose: Lui heeft de zeer besmettelijke mutspuntziekte opgelopen. Plots gaat ook de mutspunt van Plop omhoog.

Plop doet een vreemde ontdekking in zijn melkherberg, nl. een toeterfoon die hem met een lieve kaboutermeisjesstem aanspreekt. Plop is meteen verliefd op het mysterieuze kaboutermeisje van de toeterfoon. Hij is niet de enige.

Plop heeft een lekkere taart gebakken. Hij is van plan om zijn vrienden een stuk te geven, maar eerst moet hij hout gaan sprokkelen. Hopelijk sluipt er niemand zijn keukentje binnen terwijl hij in het bos aan het zwoegen is.

Plop en Smal vinden het niet leuk dat Klus hen voortdurend in de maling neemt. Ze maken met hem een afspraak: als het plagen stopt, wordt hij beloond met twintig Plopkoeken. Zal Klus zich aan de afspraak houden?

Lui is vergeten dat hij vandaag jarig is. Plop en zijn vrienden zijn het niet vergeten en ze organiseren een verrassingsfeestje. Als Lui in de Melkherberg aankomt, zegt Plop dat hij even moet wachten. Lui wordt van het wachten zeer moe.

Smal en Kwebbel willen graag met een kabouterprins trouwen. Smal vindt dat Kwebbel niet goed genoeg is om prinses te worden. Hier komt uiteraard ruzie van. Plop heeft een idee: Lui moet zich verkleden in een prins en de kaboutermeisjes enkele proeven opleggen.